Auteur: Griet op de Beeck
Titel: Kom hier dat ik u kus
Plaats van uitgave: Amsterdam
Eerste uitgave: 2014
Uitgeverij: Prometheus
Inhoud:
Kom hier dat ik u kus is een roman over Mona: als kind, als vierentwintigjarige en als vijfendertigjarige. Een verhaal dat gaat over het opgroeien, met ouders, kinderen en alles wat daarbij komt kijken. Het boek bestaat uit drie delen:
Deel 1 begint op negenjarige leeftijd, en eindigt op elfjarige leeftijd. Mona’s moeder komt om bij een auto-ongeluk als zij met haar man (Mona’s vader) terugkomt van een etentje. Maar Mona, zo jong als ze nog is, snapt het niet. Ze voelt zich verantwoordelijk voor haar kleine broertje en ze wil helpen, maar er is veel onbegrip. Er komen flashbacks over haar moeder waaruit blijkt: niet de liefste, zachtste vrouw. En haar vader die tandarts is, met een eigen praktijk aan huis, was altijd aan het werk, ook na het overlijden van zijn vrouw. Oma zorgt voor Mona en haar broertje, totdat Mona’s vader een vriendin krijgt. Ze heet Anne-Sophie en hij trouwt met haar. Mona probeert zich aan te passen aan de nieuwe mama, maar dat is toch moeilijker dan gedacht.
In deel 2 woont Mona samen met de (licht arrogante) schrijver Louis. Ze werkt als dramaturg en denkt nog vaak terug aan vroeger. Haar broer trouwt met zijn vriendin Charlie, tot het verdriet van haar stiefmoeder. Mona bewondert Charlie: zij is sterk, inzichtelijk; een echte powervrouw. Ze merkt het contrast op tussen de zelfverzekerde Charlie en zichzelf. Ze merkt op dat ze in haar verleden veel stress ervaarde, en zegt zelf ook in een stuk:
‘’Een vriendin vroeg mij om nog eens af te spreken, ze zei: kies maar een datum, ik kan altijd. Soms is het de leegte van de ander dat je deie van jezelf herkent. Marcus vroeg ons, terwijl hij van zijn koffie dronk, hoe we wilden leven. Zacht, heb ik gedacht, dat heb ik niet geantwoord.’’ (p. 213)
Hieruit blijkt dat ze een beetje een angstige blik heeft op het leven: ze wil zacht leven, en dus niet spontaan of avontuurlijk. In dit deel komt ook Mona’s stiefzusje naar voren; de band tussen haar stiefzusje en haar stiefmoeder staat op knappen. Alhoewel er niet veel over gezegd wordt, blijkt wel dat Mona er begrip voor heeft vanwege haar eigen jeugd.
Deel 3 begint met een ziekenhuisscène. Mona’s vader is ziek en het is niet duidelijk hoe erg dat is. Zodra ze weten dat het niet goed zit met hem wil Mona het vertellen maar haar stiefmoeder niet. Ze besluit voorzichtig met haar stiefmoeder om te gaan, en haar vader zo vaak mogelijk op te zoeken. Ze komt achter een affaire die haar vader heeft gehad, en probeert hem nog te verblijden met de terugkomst van deze vrouw. Dit markeert een belangrijk punt in het verhaal: Mona trekt haar eigen plan, en houdt voor een keer geen rekening met haar stiefmoeder. Vanaf dat moment komen er meerdere gedachtes. Dan komt het einde, het punt waar ze voor zichzelf kiest en Louis achterwege laat.
‘’Ik kijk naar mijn voeten en hoe ze doen wat ik wil, en ik denk: ik wil mezelf nooit meer ergens achterlaten. Ik wil lopen tot ik niet meer weet waar de straten zijn, en de luchten. Ik stap en ik zie voor mijn ogen al wat was, en dan droom ik al wat nog kan komen, dat is zoveel.’’ (p. 381)
En helemaal op het eind:
‘’Ik denk: ik wil begrijpen wat de liefde is, onthouden dat dat alles is, of toch bijna. Ik wil redden wat er te redden valt, mijzelf bijvoorbeeld, ik wil weten wat ik waard ben, kiezen voor wat klopt en goed is, geloven dat dat mag. Ik denk: dat is het, ik wil durven, eindelijk. Ja.’’ (p. 382)
Compositie en tijdsverloop:
De verteltijd is in drie periodes. De eerste van twee jaar en de laatste twee allebei ongeveer een jaar. In totaal wordt er van Mona’s 9e tot haar 35e verteld, 24 jaar dus. Het verhaal wordt in chronologische volgorde verteld.
Ruimte:
Het verhaal speelt zich af in België, wat goed blijkt uit het Vlaamse taalgebruik en uit het feit dat er wordt gepraat over Nederland als buurland. Waar precies in België is onduidelijk: er worden geen namen van steden, dorpen of streken genoemd. Waarschijnlijk is dit het geval omdat het niet belangrijk is: het verhaal speelt zich namelijk veel meer af in de privélevens van de personages dan in een echte setting. Achter gesloten deuren: dat is waar al het drama plaatsvindt. Vooral het huis waar Mona is opgegroeid is belangrijk, net als het appartement dat ze later in haar leven bewoont met Louis.
De wijze van vertellen:
Mona zelf vertelt steeds haar verhaal, in alle drie de delen. Daardoor zie je als lezer echt hoe zij opgroeit: in het eerste deel is de schrijfstijl veel kinderlijker en eenvoudiger, wil ze mensen graag blij maken en vooral niet lastig zijn. In het tweede deel probeert ze uit te zoeken of ze wel het leven leidt dat ze wil leiden en zijn er vooral veel gedachten van twijfel. In het derde deel is ze eindelijk volwassen, maar ook ongelukkig en bijna wanhopig op zoek naar zichzelf. Doordat de schrijfster heeft gekozen voor de ik-verteller, krijg je ook steeds alleen de visie van Mona voorgeschoteld. Je ziet de andere personages zoals zij ze ziet en weet alleen wat zij ook weet. Daardoor geeft het boek een eenzijdig beeld van wat er allemaal is gebeurd, maar dat geeft niet omdat het effect van al die gebeurtenissen op Mona heel interessant is.
Thema:
Kom hier dat ik u kus gaat vooral over familie. Mona is dan wel de hoofdpersoon, maar niets wat er in het verhaal gebeurt staat los van de familierelaties die zij heeft met haar ouders, stiefmoeder, broer en zus. Het gaat vooral over hoe verschillend de leden van één familie kunnen zijn en over hoe de dingen die met één iemand gebeuren, invloed kunnen hebben op alle anderen. De dood van Mona’s moeder zorgt er namelijk voor dat haar familie uit elkaar valt: Mona’s vader bemoeit zich nergens meer mee en zij moet alles maar draaiende houden, terwijl Marie er zo’n beetje bij komt. Het gaat ook over familieleden die niets met elkaar gemeen hebben, die allemaal verwachtingen van elkaar en van zichzelf hebben maar die geen echt gesprek met elkaar kunnen voeren. Ze blijven eigenlijk een soort spelletje spelen, de schijn ophouden: Mona doet als volwassene wel alsof ze van Marie houdt, maar eigenlijk voelt ze niets voor haar. Haar vader wil heel graag veel om Anne-Sophie geven, maar eigenlijk weet hij niets van haar. Tegelijkertijd is het ook zo dat dit boek gaat over hoe de verschillende leden van een familie zich aan elkaar vast proberen te klampen, ook al kunnen ze niks met elkaar: Mona wil wanhopig graag haar familieleden gelukkig en gezond houden, omdat ze anders zelf ook niet gelukkig en gezond is. Marie weet niet wat ze moet zonder haar gezin en Anne-Sophie weet niet wie ze is als ze bij haar familie is, maar ook niet wie ze moet zijn als ze niet bij hen is. Ze kunnen eigenlijk gewoon niet met en niet zonder elkaar.
Personages:
Mona
Mona is negen wanneer het verhaal begint: ze is dan al gewend aan een strenge moeder die haar regelmatig in de kelder opsluit. Sowieso heeft Mona meegekregen dat ze lief moet zijn, dat ze moet nadenken voordat ze iets zegt en dat ze moet doen wat van haar verwacht wordt. Ook na de dood van haar moeder blijft Mona dat vinden: zij moet voor haar broertje zorgen en ze mag vooral haar vader niet lastigvallen in zijn rouwproces. Bovendien moet ze het Marie, haar nieuwe mama, naar de zin maken en later, als ze eenmaal volwassen is, moet ze ook zorgen dat haar werkgever en haar vriend altijd blij met haar zullen zijn. Mona heeft in haar jeugd waarschijnlijk zo weinig liefde gehad dat ze ook te weinig eigenwaarde heeft opgebouwd: daardoor vindt ze dat ze moet doen wat van haar wordt verwacht zodat ze anderen gelukkig kan maken. Of ze zelf gelukkig is, dat maakt niet uit – want ze mag niet egoïstisch zijn. Daardoor is ze heel onzeker, al laat ze dat niet zien, en doet ze alles om anderen te plezieren, waarbij ze zichzelf enorm wegcijfert. Ze zegt meestal niet wat ze denkt en geeft alleen aan zichzelf toe dat ze ongelukkig is, maar vindt dat dat fout van haar is. Pas aan het eind, wanneer ze in de dertig is, besluit ze dat het tijd is om voor zichzelf te kiezen.
Mona's vader
De vader van Mona wordt op geen enkel punt in het verhaal met zijn naam genoemd, maar hij is wel heel belangrijk voor haar. Ze heeft eigenlijk altijd al meer van hem gehouden dan van haar moeder, maar haar vader heeft weinig tijd voor haar. Hij heeft het druk met zijn werk en schenkt geen aandacht aan familieperikelen; de enige keren dat hij er voor Mona is, is dat uit schuldgevoel omdat hij vindt dat hij haar te weinig liefde geeft. Hij is eigenlijk vrij laf van karakter omdat hij door zijn zwijgzaamheid nooit verwikkeld raakt in conflicten en nooit een kant kiest, maar daardoor komt hij ook nooit op voor zichzelf of voor de mensen die belangrijk voor hem zijn. Ook hij doet slechts wat er van hem verwacht wordt en niet wat hij wil doen.
Marie
Marie is de nieuwe echtgenote van Mona’s vader en op die manier ook een soort van nieuwe moeder voor Mona en Alexander. In het begin kan Mona wel goed met haar opschieten omdat ze erg aardig is, maar dan wordt Marie minder aardig omdat ze zich het leven als echtgenote en moeder anders had voorgesteld. Ze is een soort tutje, bang voor alles wat haar reputatie zou kunnen aantasten. Alles moet op haar manier en ze heeft bijna altijd medelijden met zichzelf omdat ze, vindt zijzelf, veel opoffert voor haar gezin maar er niet veel voor terugkrijgt. Ze doet wel haar uiterste best om liefde te geven en het op die manier ook weer terug te krijgen, maar vindt het moeilijk dat haar leven helemaal draait om haar gezin. Ze doet zich vaak beter voor dan ze is en kan erg verwaand en gemeen overkomen, maar eigenlijk is ze heel onzeker.
Louis
Louis is de vriend van Mona die ze ontmoet op haar werk: hij is een bekend schrijver met een heel druk sociaal leven en dat vormt ook meteen het grootste probleem in zijn relatie met Mona. Mona is er altijd voor hem en doet haar best het hem zoveel mogelijk naar de zin te maken, maar hij geeft haar maar weinig aandacht omdat hij zijn sociale leven en zijn werk belangrijker vindt. De manier waarop hij met Mona omgaat is eigenlijk alsof hij haar aanwezigheid als vanzelfsprekend beschouwt: hij doet geen moeite voor hun relatie. Hij heeft een hoge dunk van zichzelf en denkt dat hij belangrijk genoeg is om in alles zijn zin te krijgen en overal mee weg te komen.
Titel:
Kom hier dat ik u kus is Vlaams: in het Nederlands zouden we zeggen: kom hier, ik wil je kussen (in het Vlaams wordt iedereen u genoemd). De titel komt pas laat in het verhaal terug: Louis zegt het tegen Mona nadat ze ruzie hebben gemaakt en hij haar wil tonen dat hij van haar houdt. Mona heeft deze zin echter al veel vaker gehoord: misschien niet met zoveel woorden, maar het is wel kenmerkend voor de relaties die ze heeft of heeft gehad met de mensen om haar heen. Kom hier dat ik u kus betekent dat Mona altijd gehoorzaam is geweest, mensen altijd gelukkig heeft proberen te maken en zich ook altijd weer heeft laten vermurwen tot iets, bijvoorbeeld tot goedmakerij als ze boos was.
Motto:
Misschien zijn alle draken in onze levens eigenlijk prinsessen die alleen maar zitten te wachten op het moment waarop we eindelijk, mooi en moedig, in actie schieten. Misschien is datgene waar we bang voor zijn in zijn blootste essentie iets hulpeloos wat onze liefde zoekt.
rainer maria rilke
we vergeten dat we uit net genoeg water bestaan om een vloedgolf te vormen
dennis gaens
Deze twee motto’s gaan allebei over de hoofdpersoon in het boek, Mona, die heel onzeker is en slechter over zichzelf denkt dan ze is. Ze is erg bang dat de mensen om wie zij geeft, bijvoorbeeld haar vader, niet van haar zullen houden en wil hen daarom graag gelukkig maken, en ze is bang voor degenen die niet altijd lief tegen haar zijn omdat ze ook hen niet wil kwijtraken. Dat zijn de draken in haar leven: haar vader, Marie en Louis. Uiteindelijk zijn dit juist de mensen die heel kwetsbaar en zwak zijn en die alleen maar verlangen naar liefde. Het tweede motto gaat erover dat Mona vindt dat ze helemaal niet sterk is, tot ze beseft dat ze dat wel kan – en moet – zijn als ze gelukkig wil worden.
Keuzeopdracht:
Maak jouw eigen website met JouwWeb